> Lees alle blogs




Hovercraft-badeend

Zo geruisloos als ik kan sluip ik naderbij en blijf bewegingloos staan als ze opkijken. Het is een soort ‘Annemarie koekoek’-spelletje van vroeger op het schoolplein. Weer een stap en… zucht, ze hebben me gezien en kiezen gauw het hazenpad of beter gezegd het eenden-water. Daar sta ik dan met mijn telelens, voor schut langs de dijk terwijl de eenden mij op veilige afstand uitlachen. Terwijl ik onverrichter zake terugloop naar mijn auto vraag ik me af waar toch mijn fascinatie voor eenden vandaan komt? Gek ben ik op eendjes. In Huize Boswachter sieren ze in het voorjaar altijd de trap, op elke trede een vrolijk kijkend eendje. Waarom zijn eenden zo leuk?!

 

Als ik Google deze vraag stel kom ik niet verder dan het voeren van eendjes. Is het daar misschien ooit ontstaan? Als klein bruinharig kleutertje de snaterende eendjes voeren? Of is het hun vorm? Het zijn een soort levende bootjes met een schattig koppie die gemoedelijk deinen op het water. Op zich is dat al best wel bijzonder als je er over nadenkt, want waarom zakken ze niet door het water? De belangrijkste reden is toch wel dat ze hun veren invetten met vet. Doen ze dat niet, dan zuigen de veren zich vol met water en zakken ze als een baksteen naar de bodem. Achter aan hun lijf, bij hun stuit, zit de vetklier waar de eenden op elk gewenst moment wat vet kunnen pakken. Ze draaien daarvoor hun nek in een bijna onmogelijk houding om met hun snavel bij hun achterlijf uit te komen. Vervolgens wordt er met veel vertoon de veren stuk voor stuk in het vet gezet. Dit is voor iedereen denk ik wel een bekend beeld en is dus geen ijdelheid maar noodzakelijk om niet op de bodem van de sloot te eindigen. Wat zeker ook meehelpt is dat eenden holle botten hebben. Alles wat hol is blijft goed drijven op water, kijk maar naar een bal of een plastiek flesje. Dit versterkt natuurlijk ook enorm het drijvend vermogen van onze gezellige badeendjes. Overigens hebben deze holle botten wel kleine schotjes waardoor de botjes stevig van constructie zijn. Wat ik zelf wel heel geinig vind van eenden is dat het eigenlijk hovercraftjes zijn. Eenden hebben in een lijf kleine zakjes die ze kunnen vullen met lucht. Deze zakjes met zuurstof zijn super handig. Ze worden gebruikt om extra lang onder water te zwemmen op zoek naar voedsel en ook op lange vluchten hoog in de lucht is het een handig een extra voorraadje zuurstof te hebben. Maar, deze handige luchtzakjes hebben nog een bijkomend voordeel: door deze zakjes te vullen ligt een eend als een hovercraftje op het water! Oké, de vergelijking gaat een beetje mank omdat onze eendjes zich daarna met hun zwemvliezen moeten voortbewegen maar toch, ze liggen lekker comfy boven op het wateroppervlak als een hovercraft…

 

Ik staar nog even over het water, even verderop ligt een grote groep kuifeenden. Het gesnater is niet van de lucht. Ik glimlach bij het gekwebbel van al deze badeendjes. Tweehonderdvijftigduizend van deze gekuifde hovercraftjes zijn bij ons te gast in de winter, ongelofelijk wat een aantallen. Eenden zijn selfsupporting, maar op de winterdag hebben ze wel een gastland nodig om te overleven. Wat een geluk dat Nederland zo’n gastvrij land is en overlevingskansen biedt. “Gastvrijheid maakt een klein huis groot!”.


< Ga terug

Mijn stukje natuur is een samenwerking van:

Provincie Flevoland SFL Nieuw Natuur Project